Naast de bepalingen opgenomen in Boek 7 Titel 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn er diverse andere wetten en besluiten op de huur en verhuur van woonruimte van toepassing, zoals de Uitvoeringswet Huurprijs Woonruimte (UHW) en het Besluit Huurprijzen Woonruimte (BHW). Daarnaast zijn de algemene leerstukken uit het vermogensrecht en het verbintenissenrecht (Boek 3 en Boek 6 BW) van belang voor de huurovereenkomst.
Een bepaling in een huurovereenkomst dat de huur opgezegd wordt op of na een bepaalde datum is ongeldig. Indien u als verhuurder een huurovereenkomst wilt beëindigen, zult u de huurovereenkomst eerst op moeten zeggen. Hiervoor is een geldige opzeggingsgrond nodig, waarbij er wettelijk vijf zijn vastgesteld.
In geval van wanprestatie is de huurder bijvoorbeeld te laat met het betalen van de overeengekomen huur en heeft hij een huurachterstand opgelopen. Ook is het mogelijk dat de huurder overlast bezorgd aan medebewoners dan wel het gehuurde niet gebruikt waarvoor het bestemd is – vaak is op dit laatste punt een en ander in de huurovereenkomst vastgelegd.
Als de verhuurder de woning dringend nodig heeft voor eigen gebruik, is het mogelijk dat op deze grond de huurovereenkomst opgezegd wordt. Daarbij wordt onder dringend eigen gebruik verstaan dat de verhuurder – of zijn familie – het gehuurde zelf wil gaan bewonen of wil gaan renoveren.
Soms is het tussentijds aanpassende van de bestaande huurovereenkomst voor beide partijen noodzakelijk, om zo gemaakte of nieuwe afspraken vast te leggen. Zo kunnen bepalingen verouderd zijn of bestaat er de wens dat mondelinge afspraken schriftelijk worden vastgelegd. Indien de huurder de nieuwe huurovereenkomst niet wil accepteren, kan dit een geldige opzeggingsgrond met zich meebrengen.
Indien een bestemmingsplan verwenlijkt wordt, is het mogelijk op basis hiervan de huurovereenkomst op te zeggen door de verhuurder.
Deze opzeggingsgrond is ruim, waardoor veel zaken onder deze noemer geschaard kunnen worden, zoals het niet op tijd betalen van de huur, het vernielen van het gehuurde, het bezorgen van overlast aan medehuurders of buurtbewoners etc.
De huurovereenkomst moet schriftelijk worden opgezegd, waarbij de opzegtermijn (zoals deze tussen partijen is overeengekomen) en de opzeggingsgrond in acht moeten worden genomen. De opzegtermijn voor de verhuurder is minimaal drie maanden, waarbij deze termijn wordt verlengd met één maand voor elk jaar dat de huurovereenkomst heeft geduurd (met een maximum van zes maanden).
Het is uiteindelijk aan de rechter om te bepalen of de opzeggingsgrond redelijk is, en zo ja, per wanneer – en op welke voorwaarden – de huurovereenkomst eindigt.
Het is mogelijk, indien de huurder niet akkoord gaat met de schriftelijke opzegging met in achtneming van een van de bovengenoemde vijf opzeggingsgronden, een vordering tot ontruiming in te stellen bij de kantonrechter. De rechter kan de huurovereenkomst ontbinden en de ontruiming toekennen, waarbij de rechter een datum zal vaststellen per wanneer de woning ontruimd moet zijn.
Onze juristen zijn onder meer gespecialiseerd in het huurrecht. Zo helpen we u bij het incasseren van achterstallige huur en het voeren van buitengerechtelijke en gerechtelijke procedures. Wij stellen voor u een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst of ontruiming in en helpen u graag bij de realisatie van het rendement van uw beleggingsportefeuille.
Vragen over een factuur? Of wilt u even sparren over uw vordering? Vul het onderstaande formulier in en wij nemen direct contact met u op!
Has your customer still not paid that invoice? Don't wait forever and switch to No Cure No Pay collection!
Direct aan de slag met het versturen van uw ingebrekestelling? Gebruik dan onze handig voorbeeldbrieven.
Download direct